Verzameling Achterhoeks Museum

te zien in Oorlogsmuseum Overloon

HENGELO - Als twaalfjarige jongen vond Jean Kreunen twee helmen in de schuur van de bakkerij waar hij opgroeide. Diezelfde dag nog speelde hij soldaatje met zijn vriendjes. “Van een bouwput maakten we loopgraven”, zegt Jean. “Niet veel later kreeg ik van mijn opa een zakmes dat van ‘de Tommies’ was geweest.” Terugblikkend was dat de aanzet voor om spullen te verzamelen uit de Tweede Wereldoorlog.

Nu, vijftig jaar later, is de uitgebreide verzameling van het Achterhoeks Museum 1940-1945 waarvan Kreunen directeur-eigenaar was, ondergebracht in Overloon, het grootste oorlogsmuseum van Nederland. Dat betekent trouwens geen einde aan de activiteiten voor Jean: “Dit mooie werk houdt nooit op. Dat zit in de ziel.”

Een James Bondfilm

Dat elke foto en iedere snipper informatie van belang is, blijkt wel uit het verhaal over de Short Stirling bommenwerper, de N 6045 U. “Mijn opa liet me een fotootje zien en vertelde dat er een vliegtuig in de buurt van Varssel was neergestort en dat die gebeurtenis was opgetekend in een boek. Een boek? Daar moest ik meer van weten.” Het ging om het boek ‘Met hand en tand’ geschreven door Richard Pape, in 1952 gepubliceerd en vertaald in het Nederlands. “Ik las het in één avond uit. Het leek wel of ik in een James Bond lm terecht was gekomen. Pape bleek de navigator van de Stirling te zijn en wist samen met engineer Jock Moir te ontsnappen na de crash. Na drie dagen omzwervingen kregen de twee onderdak bij boerderij Besselink in Toldijk. Het verhaal maakte diepe indruk. Het was voor het eerst dat ik een onderduikverhaal hoorde.”

Monument in Steenderen

Uit archiefstukken blijkt dat de Stirling op 8 september 1941 uit de lucht was geschoten. Zes van de acht bemanningsleden werden binnen 24 uur ontdekt door de Duitsers. Pape en Moir hadden aanvankelijk meer geluk. Na zo’n tien dagen onderduik gingen de twee richting het westen om naar Engeland te varen. Ze werden verlinkt en niet veel later werd Besselink van zijn bed gelicht. Hij kreeg de doodstraf voor het bieden van onderdak. “Via brieven zocht ik contact met Pape. Hij stuurde me een grote envelop met krantenartikelen over zijn bezoek aan Steenderen in 1954. Hij was daar om een oorlogsmonument te onthullen voor Besselink, de man die zijn leven voor hem gaf.”

De Stirling is mijn Stirling

“Helaas heb ik Pape nooit ontmoet en een bezoek aan Moir in Engeland leverde minder informatie op dan ik hoopte. Om toch meer te weten te komen over de vlucht, stuurde ik een brief aan het Public Record Of ce”, vertelt Jean. Dat bleek de moeite waard. Het leverde kopieën op van het logboek met een klein verslagje over de vlucht. “Nu is het achterhalen van gegevens via internet een heel ander verhaal. Als er maar iets bekend is over de Stirling, krijg ik het te weten. De collega’s weten me te vinden. Ze zeggen dan: ‘Jean, dat is jouw toestel toch?’ Dat klopt, al veertig jaar!”

Lees het artikel in de Vrijheidskrant
Bekijk meer informatie over 80 jaar vrijheid op deze pagina.