Hovenstraatje 2, 7001 DL Doetinchem | Toon op kaart
U staat voor de oude telefooncentrale. Aan het begin van de oorlog heeft gemiddeld 1 op de 20 gezinnen een telefoonaansluiting. In 1942 moeten alle telefoonbezitters een ariërverklaring in vullen. Joden raken op die manier hun aansluiting kwijt, net als de mensen die weigeren het formulier te retourneren. Het jaar daarop zijn alleen zogenaamde ‘kriegswichtige’ toestellen nog toegestaan. Voor de bewoners maken al deze beperkingen niet zo veel uit. Ze bellen nauwelijks uit angst om afgeluisterd te worden. Op 1 april 1945 blazen de Duitsers de telefooncentrale op.
Verdieping: Allo, allo.
Ook bij het verzet is er angst dat ze afgeluisterd worden. Die angst verdwijnt als blijkt dat er ook gebeld kan worden buiten het PTT-netwerk om. Via een eigen netwerk van het in Doetinchem gevestigde PNEM kan namelijk ongestoord via talloze ondoorzichtige netten, lijnen en systemen met elkaar gecommuniceerd worden. Het is een bonte verzameling van netwerken en lijnen dat door sabotage, bominslagen, verraad en opsporing aan voortdurende verandering onderhevig is.
Verantwoordelijk voor dit technische hoogstandje is de Centrale Inlichtingen Dienst, een verzetsgroep die zich vrijwel uitsluitend bezighoudt met het illegale telefoon- en berichtenverkeer.