Joppelaan, Joppe | Toon op kaart
Het landgoed dateert uit de 16de eeuw. Oorspronkelijk waren hier boeren gevestigd. Het huidige kasteel werd rond 1740 gebouwd als buitenverblijf voor Deventer burgemeestersfamilies. Sinds het begin van de 19de eeuw wordt het permanent bewoond. De tuin is aangelegd in Engelse landschapsstijl. De familie van Hövell tot Westerflier, waarvan een nazaat het landgoed nu in eigendom heeft, trok rooms-katholiek personeel en pachters aan. Rond de kerk ontstond zo in een vrijwel geheel protestantse omgeving een rooms-katholieke enclave.
Foto 1: Tekening Carolina Sophie Brants, 1584 (Bron: RKD- Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis)
De entreeomlijsting (foto 3) wordt bekroond door een klokvormig houten kuifstuk, waarin een door rijk gesneden krulwerk omgeven kroon en de wapenschilden van de families Van Hövell tot Westerflier en Weezeveld (links) en Boreel de Mauregnault (rechts). Boven het kuifstuk de vierkante klok met wijzerplaat, waarboven een achtzijdige open klokkentoren met een bel waarin het jaartal 1741 gegraveerd staat.
Op Joppe is de laatste tweehonderd jaar nauwelijks iets veranderd. We zien nog steeds hetzelfde als onze betovergrootouders zagen. Toen baron Frans van Hövell het landgoed in 1864 kocht was het 375 hectare groot en omvatte veertien pachtboerderijen.
Het kasteel is vermoedelijk rond 1740 gebouwd door Geertruid van Markel Brouwer. Het U-vormige grondplan werd in die tijd bij veel buitenplaatsen toegepast. De eerste permanente bewoner was dr. A. Brants, schoonzoon van de bekende dichter A.S. Staring. Hij was o.a. lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland.
De oorspronkelijke oprijlaan is loodrecht op het middenpaviljoen geprojecteerd. In het huis wordt deze via de tuinkamer virtueel doorgetrokken naar de achterzijde. Hier zet de laan zich glooiend voort om te eindigen in de onderkelderde tuinkoepel. Omstreeks 1800 werd een Engelse landschapstuin aangelegd met het huis als middelpunt. Dit soort tuinen is dan in de mode in Gelderland.
De rooms-katholieke familie Van Hövell tot Westerflier trekt bij voorkeur geloofsgenoten aan als personeel. Stap voor stap worden de boerderijen verpacht aan rooms-katholieke pachters, waardoor er op ’t Joppe een rooms-katholieke gemeenschap ontstaat die vanaf 1868 over een eigen kerk beschikt. Vanaf het kasteel loopt een zichtlijn naar de kerk. Het gehuwde personeel vindt onderdak in huizen die worden gebouwd met materiaal dat afkomstig is van het landgoed.