, 7039 Beek Gem Montferland | Toon op kaart
De benaming Paosbult is al zeker enige eeuwen oud. Al in de verpachting van de jaren 1835 tot 1843 van de gemeinde Stokkum, de voorloper van het Sint Oswaldusgilde en eigenaar van de gemeenschappelijke gronden, lezen we over: ‘een hofstede agter de Paasheuvel, pagter N. Bronkhorst, borge Heren van Uum’. Ook veel plaatsen in de omgeving hebben hun eigen paasbult, zoals Zeddam en Terborg. De naam houdt verband met de vroegere traditie om bij het begin van de lente op heuvels vuren te stoken en zo de koude van de winter te helpen verjagen. Deze paasvuren moesten natuurlijk tot zover mogelijk in de omtrek gezien worden, vandaar altijd de hoge locatie.
Van oorsprong was deze heuvel veel hoger, maar door zandwinning heeft hij enkele meters van zijn hoogte moeten prijsgeven. Nog in de jaren vijftig had deze top een vrij steile helling, die steeds verder afkalfde. Je kon van bovenaf in het mulle zand springen, enkele meters dieper. Dat was niet helemaal ongevaarlijk: op drukke zomerdagen moest je goed uitkijken dat je niet op iemands hoofd sprong. Ook liepen spelende kinderen de kans door een zandlawine bedolven te worden. Helemaal gevaarlijk was het, als kinderen grote gaten in de helling groeven en daarin probeerden te kruipen. Wonderwel zijn er nooit ernstige ongelukken gebeurd. Het was een geliefd speelterrein voor de schooljeugd en op warme dagen trokken leerkrachten en leerlingen van de Stokkumse kleuterschool erheen met emmertjes en schepjes. De paasbult werd vroeger ook gebruikt voor het zogenaamde ‘eieren tulen’, een gebruik van de lokale jeugd. Kinderen groeven een gootje en rolden hierin hardgekookte eieren de heuvel af. Onderaan legden ze een handjevol mos, zodat de eieren heel bleven. Het ging erom zoveel mogelijk eieren in één worp zonder stagneren beneden te krijgen.