ZEDDAM - De 21-jarige Thije Jansen is al bijna tien jaar actief als molenaar, in zijn thuisdorp Zeddam en in Stokkum.
Door Luuk Stam
Als kleine jongen van een jaar of 4 stond hij aan de Zeddamse Bovendorpstraat al te kijken bij de Korenmolen. Nu – zo’n vijftien jaar later – is Thije Jansen (21) hier één van de drie vrijwillige molenaars. Al negen jaar werkt hij mee in de molen, in eerste instantie deed hij dat als hulp van de oudere molenaars. Sinds drie jaar is hij zelfstandig actief. Zo heeft hij ook deze zondagochtend de kop van de molen op de wind gezet waardoor de wieken nu flink in het rond draaien. “Het gevoel van zo’n groot gevaarte te bedienen, een monument ook nog, dat vind ik heel erg gaaf!”, klinkt het.
Het is hier de oudste nog werkende windmolen van Nederland, gebouwd tussen 1440 en 1450. En het geheel aan het draaien krijgen, dat is nog een beste klus. Voordat het zover is, moet Jansen middels het zogeheten kruiwerk de kap van zo’n 30 tot 40 ton in beweging brengen. De windrichting is allesbepalend, maar hard werken is het sowieso. “Ja, dit is mijn sportschool”, vertelt de jonge molenaar lachend. “Het heeft zeker z’n charme. De molen in Stokkum is een stuk kleiner en gemakkelijker aan het draaien te krijgen, maar daar kun je ook minder zien. Hier in Zeddam kun je mensen echt meenemen in het draaiende werk.”
- Thije Jansen
Zowel in de molen in Zeddam als in de zo’n 5 kilometer verderop in de gemeente Montferland gelegen Stokkumse molen – in de volksmond Düffels Möl – verzorgen Jansen en zijn collega’s het klein onderhoud en de schoonmaak. Tijdens rondleidingen vertellen ze onder meer over de geschiedenis van de molens en het proces van het malen. “Voor mij is dit mijn lust en mijn leven, mijn passie”, vertelt de Zeddammer. “Met name in de zomermaanden komen hier veel toeristen naartoe, bijvoorbeeld vanaf de vakantieparken in de omgeving. Dat is altijd hartstikke leuk, mensen zijn altijd zeer geïnteresseerd.”
Ook over de omgeving kan Jansen veel vertellen, hij is hier opgegroeid. Misschien houdt hij wel het meest van deze plek in Zeddam, met naast de molen ook de St. Oswalduskerk prominent in het straatbeeld. “Maar we hebben in Montferland natuurlijk ook de prachtige bossen en de mooie natuur”, aldus de twintiger, die doordeweeks veel tijd in Ede doorbrengt. Daar volgt hij een studie Journalistiek. “En je raadt het al: ik schrijf ook veel over molens.”
Het draaien van de molens gebeurt met name in de weekenden. In Stokkum – waar de molen verder van de bebouwing staat – draait Jansen af en toe op doordeweekse avonden. De molen in Zeddam maalt nog af en toe meel, maar draait deze zondag ‘voor de Prins’. Wat is dat? “De molen draait onbelast en drijft nu geen maalsteen aan”, legt Jansen uit. “Die uitdrukking komt uit de tijd van de belegering door de Spanjaarden. Als de molens draaiden, leek het net of er nog graan en dus voldoende te eten was. Het was bedoeld om de vijand voor de gek te houden. Ja, aan die molens kleven prachtige verhalen.”
Dit interview is tot stand gekomen in samenwerking met Achterhoek nieuws en de Achterhoek Vakantiekrant. Wil je de graag de gehele vakantiekrant lezen? Ga dan naar een VVV of TIP in de Achterhoek en haal een gratis exemplaar op.