Volg deze borden:
Kies hieronder jouw startpunt:
Deze route is gemarkeerd met bordjes met de groene voetstap
Droebels zijn groepjes dicht bij elkaar liggende boerderijen, omgeven door laag gelegen weilanden die ’s winters veelal onder water stonden. Droebels zijn ontstaan vanuit één stamhuis. Later bouwt zoon of dochter hier bij. In een droebel zijn de bewoners op elkaar aangewezen en helpen ze elkaar: “naoberhulp”. Het laag gelegen land is weiland/hooiland. Op hoger gelegen land verbouwt men de gewassen en bouwt men de boerderijen.
Klein Hoenderboom werd in Zieuwent tot voor kort café “’n Dikken” genoemd, naar de tapper die hier rond 1900 de scepter zwaaide (Bernhardus klein Goldewijk). Hij was een nogal ‘omvangrijk’ persoon. Van hem gaat het verhaal dat hij niet in het kippenhok mocht komen, omdat hij vanwege zijn welgevormde buik een gevaar was voor de kuikens die er liepen.
’t Sprenkeler was aanvankelijk een leengoed van de heer van Harreveld, maar in 1647 is het half geestelijk goed en half van de familie Sprenkelder.
De Wopereis bestaat nu nog uit acht boerderijen. Deze droebel heeft als enige in het rijtje een uitbreiding die verderop ligt: de Jenteri’je. Op de oorspronkelijke droebel de Wopereis was het al zo vol dat de boerderijen van de Jenteri’je op een wat grotere afstand gebouwd zijn.
Boerderij Knippenborg: tijdens de cycloon van Borculo (1925) lag grootmoeder Knippenborg (Harmina Reinders) languit op de Batsdiek. De peppels vielen links en rechts om haar heen. Toen het geweld van de orkaan bedaarde, strompelde grootmoeder Knippenborg drijfnat huiswaarts, maar alle dertien eieren in haar ‘slippe’ waren nog heel!
Boerderij Blauwenweavas: de naam Blauwenweavas komt van ‘blauwe wever’. Dat is een wever die blauwe stof weeft. Blauwe verfstof was duur, waardoor ook dat garen duur was. Het weven van dit dure garen werd alleen aan zeer goede wevers uitbesteed.
Aanvankelijk was het Grobbenhuis horig aan de Heer van Borculo. Toch hadden ze bij Grobben als één der eersten in Zieuwent grond in eigendom (de meesten pas na de Vrede van Münster in 1648). Johan Grubben en zijn vrouw Fenne kochten in 1517 een stukgrond bij de Ywelerbrug.
‘t Bokeler wordt in 1460 al vermeld. Boerderij Bokeler brandde in 1936 geheel af. De dag ervoor was de boerderij van buurman Raoben met twee grote schuren nog in vlammen opgegaan!
Boerderij Meujen: de naam Meujen komt van de oude tantes (= meujen), zus Johanna en zus Hermina Nijenhuis die hier begin 1900 op de
boerderij woonden.
Boerderij Metten: de eerste bewoners van Metten in1764 zijn Tunnis Rondeel en Tonne Hulshof. Nakomeling Jan Hendrik Rondeel en Aaltjen Rouwhorst krijgen negen kinderen, waaronder zoon Theodorus die veearts wordt: zeer bijzonder voor die dagen! Geen van de kinderen echter van Jan Hendrik en Aaltjen trouwt. Als op 5 mei 1904 de laatste zoon Hendricus op 82-jarige leeftijd overlijdt, noteert de pastoor in het dodenboek achter de naam van Hendricus: benefactor ecclesiae (= weldoener van de kerk). Een groot deel van de Mettenplaats wordt aan de kerk geschonken.
Boerderij Jams is het stamhuis van de familie Donderwinkel, maar ook van nagenoeg alle families Hulshof in Zieuwent, Lichtenvoorde en omstreken. Jams is een verbastering van Jannes: Jannes te Hulshoff, de weduwnaar die in 1663 met Jenneken Donderwinkel trouwt.